maandag 20 april 2009

Hoofdstuk 1: Zorgen van een ander, deel 1.

Mijn ouders vragen mij vaak of ik wel gelukkig ben, een vraag die voortkomt uit het feit dat ik de enige in de familie ben die nog vrijgezel is. “hey Robin Hoe is het nu in de liefde.?” Is de vraag die bij elk familie of gezinsuitje wel weer naar boven komt. Alsof het een script is dat je uit je hoofd moet leren voor een film, een televisie serie of zoals de gewone mensen onder ons meemaken voor een bijbaantje bij een callcentrum heb ik het antwoord altijd klaar. Op elk woord van tegenspraak of elke opmerking die op mijn gegeven antwoord kan volgen heb ik mijn antwoord al klaar liggen en geoefend al vele keren. Ik ben de hoofdrolspeler in mijn eigen toneelstuk, mijn tegenspelers snappen alleen nog niet dat er niet perse twee hoofdrolspelers op een toneel hoeven te staan om een mooi spel neer te zetten.

Dus als een brave meid beantwoord ik de vraag met een steevast: “nee, ik heb nog geen vriend, heb ik die nodig dan om gelukkig te zijn?” Meestal is mijn script dan overbodig, meestal volgt er de opmerking “jouw tijd komt nog wel meid je bent nog jong.” Of mijn persoonlijke favoriet, “op elk potje past een dekseltje, dus er is er ook vast wel een voor jou daarbuiten!”

En daar sta je dan met je mond vol tanden, ben ik echt zo raar? Wat is er mis met me? Waarom heb ik eigenlijk geen man aan mijn zijde? Ben ik dan misschien toch van de andere kant? Maar waarom vind ik vrouwen dan niet leuk genoeg om verliefd op te worden? Maar ja er is kennelijk ook geen man leuk genoeg om voor te vallen…. Liggen mijn eisen zo hoog? Heb ik wel iets te eisen?

Vervolgens schuif je verward, van je stuk gebracht aan bij de rest, natuurlijk laat je het niet merken dat je onzekerheid door die vragen net weer een stukje hoger is geworden en je net weer een stukje verder weg bent geraakt van het daadwerkelijk vinden van een “partner” die je eigenlijk helemaal niet wil maar op de een of andere manier moet gaan zoeken om aan het plaatje te kunnen voldoen.

De rest van het gezien heeft het plaatje min of meer al af gemaakt, ons gezien bestaat uit 3 meiden en 1 jongen.

Eerstgeborene is mijn oudere zus Hendrikje voorheen zwart tegenwoordig Hendrikje Apelscha, zuster lief is getrouwd met een welgestelde man met een vooraanstaande baan. Kind nummer twee is al onderweg, kind nummer een heet Bloesem, een “New age” naam die volgens mijn zus “modern en edgy” is. Een naam is belangrijk zegt Hén want dat vormt je karakter. Maar Bloesem?

Persoonlijk vind ik het meer een naam voor hoogstens een huisdier, een kat of een konijn maar voor een klein meisje? Bloesem? Noem je kind dan appel, kiwi of banaan, naar de vrucht die ontstaat na dat de bloesem uit de boom is gevallen. Eigenlijk komt het er op neer dat de kleine meid nog niet helemaal af is. Mocht er waarheid zitten in het verhaal van mijn oudste zus, wat voor karakter krijgt Bloesem dan? Is het de theorie van mijn zuster? Helder, mooi betoverend en vrolijkheid, of is het die van mij, die enigszins minder positief is. Bloesem het geen wat komt voor dat de daadwerkelijke vrucht komt, het tussentraject van niks tot eind, waar alle wespen en bijen hun angels in proppen om al het goede eruit te rukken en de bloesem te laten verwelken en verschrompelen tot het er van ellende af valt. Waarna er ruimte is voor de vrucht om te groeien. Deze theorie zal ik natuurlijk nooit met mijn zus delen. Misschien komt het voort uit het feit dan mijn vader ons in principe allemaal jongensnamen heeft gegeven. Hij was er van overtuigd dat hij alleen maar jongens zou produceren en daarom was er niet nagedacht over meisjesnamen dit resulteerde in de namen Hendrik-je, Robin en Paul-ine,alle drie zijn we rechtdoorzee en vrij bot ingesteld misschien dat er dan toch iets klopt aan de theorie van mijn zus. Misschien hebben onze mannelijke namen er voor gezorgd dat we ons meer kunnen identificeren met mannelijke trekjes dan met het über vrouwelijke.

De tweede in de Zwart lijn ben ik Robin, net een beetje anders dan de rest. Ik ben single, heb alleen een huis gekocht heb een kantoorbaan die nergens heen gaat heb een goudvis genaamd Janneke en een kat genaamd Jip. Ik heb altijd een beetje het gevoel gehad van de melkman te zijn gekomen maar mijn moeder ontkend dit stellig. Zelfs op de vraag of ik geadopteerd ben misschien gaf ze een ontkennend antwoord. “Nee, meid je bent gewoon een kind van je vader en mij”. Soms vind ik dit moeilijk te geloven, mijn zusters en mijn broertje hebben allemaal stijl glanzend blond haar en helder blauwe ogen. Ik aan de andere kant ben gezegend met een bos dikke krullen en helder groene ogen. Ik heb alle onschuldige testen zonder dat ik daadwerkelijk DNA bewijs bij mijn ouders moest achterhalen getest. Ik heb gekeken of mijn ouders hun tong konden krullen net als ik dat kon. En bij biologie op de middel bare school hebben we ooit een bloedtype test gedaan, en ook daaruit bleek dat pap en mam gewoon mijn pap en mam konden zijn.. Theoretisch gezien dan, wantrouwig en nieuwsgierig als ik ben heb ik me er nog steeds niet bij neer kunnen leggen dat ik echt een onderdeel kan zijn van dit gezin. In mijn wilde woelige tienerjaren heb ik mijzelf er dan ook met regelmaat op betrapt op familie feesten eens goed te kijken naar alle vrienden en kennissen van mijn ouders, om zeker te weten dat ik niet meer op hen lijk dan op de mensen die gezellig gezinnetje met mij spelen, maar tot op de dag van vandaag heb ik ze nog niet kunnen achterhalen die mysterieuze echte ouders van mij.

Mijn jongere zusje is Pauline, Pauline is vrij onzeker en heeft daarom moeite met alleen zijn, ik heb haar nog nooit zonder vriend gezien, maar daarentegen ook nog nooit een heel jaar met dezelfde vriend. Ooit had Pauline wel een lange relatie maar nadat deze over is gegaan is het min of meer nooit meer echt goed gekomen met haar liefdes leven, moet ik zeggen, Pauline fladdert als een vlinder van de ene naar de andere loser, dit zorgt altijd weer voor een verassing bij ons maandelijkse gezinsetentje, is dat figuur van vorige maand er nog of is er al weer een nieuw exemplaar in haar leven. Ondanks dat Pauline zo voorspelbaar is als een blad in een storm heeft ze wel altijd een man aan haar zijde en lijken mijn ouders daar genoegen mee te nemen, want aan de ogen van Pauline kan ik altijd zien dat ik niet de enige ben die een toneelstukje opvoert.

En de laatste ja, de laatste mijn kleine broertje Jason, de man die de dromen van mijn vader eindelijk waar maakte door te worden geboren als jongetje. Terwijl mijn vader deze keer nog zo zijn best had gedaan om ook een meisjes naam te bedenken, al heeft hij deze nooit hardop uitgesproken, kwam daar eindelijk de lang verwachte zoon. Eigenlijk pas Jason ook niet helemaal in het plaatje, doordat mijn vader hem op een voetstuk heeft geplaatst is hij veel te vol van zichzelf, als jongen omringt door 3 zussen is Jason heel begaan met vrouwen en begrijpt hij precies hoe zij in elkaar zitten en hoe ze denken, deze eigenschap gebruikt hij uiteraard om zijn eigen wil door te drijven. Jason is niet geïnteresseerd in een langdurige relatie. Eigenlijk is hij helemaal niet geïnteresseerd in een relatie, al zal hij dat nooit vertellen aan de 3 á 4 meisjes die hem dagelijks stalken met sms berichten. Wel de lusten maar niet de lasten zegt hij daarop altijd. Zo nu en dan neemt hij een van zijn veroveringen mee naar het maandelijkse gezinsetentje. Het arme schaap weet op zo een moment niet wat haar overkomt, helemaal in de wolken en verliefd zit zo een meisje dan aan Jason zijn zijde hoopvol en vereerd dat hij voor haar heeft gekozen. Natuurlijk speelt Jason het spelletje altijd mee en geeft haar het gevoel dat ze er helemaal bij hoort. Vervolgens komt zo een meisje noot meer terug en krijgen we weer een nieuw mobiel nummer door waarop meneer per de eerste van de volgende maand op te bereiken is.
We zijn inmiddels allemaal gestopt met er wat van te zeggen.

Natuurlijk vergeet ik niet de moederkloek en haar wederhelft, mams en paps Elsje en Fred Zwart, die beren trots zijn op hun kroost, Trots op Hendrikje omdat ze zo een mooi gezin heeft en zo gelukkig lijkt te zijn. Trots op Pauline, omdat ondanks het feit dat ze vaak wisselt van partner ze toch steeds maar weer de moed heeft om opnieuw te beginnen, trots op Jason omdat hij zo heerlijk geniet van zijn leven, en experimenteert en nieuwe dingen probeert. En trots op Robin hun meisje dat ooit ook wel een keer haar dekseltje zal vinden.

Proloog

In mijn ogen zijn alleen en eenzaam zijn twee totaal verschillende dingen, je kunt eenzaam zijn wanneer je honderden mensen om je heen hebt, zelfs als deze mensen lachen en feesten. Je kan eenzaam zijn als je omringt bent door je beste vrienden en vriendinnen, mensen met wie je alles deelt en mensen met wie je alles meemaakt. Je kan eenzaam zijn wanneer je met familie rond de tafel zit voor een gezellig diner, je kunt zelfs eenzaam zijn wanneer je vriend/vriendin naast je op de bank zit en samen met jou een spannende film kijkt.

Maar alleen zijn kun je altijd alleen maar met jezelf, wanneer er niemand om je heen is, niemand om tegen te praten, wanneer je alleen je eigen gedachten hebt als gezelschap en er niks is aan dat moment dat je zou willen veranderen.

Alleen zijn is rust, alleen zijn is fijn.

woensdag 8 april 2009

Non vertel eens...

Eigenlijk is dit een beetje in navolg van N., ik heb het vermoeden dat wij in veel opzichten meer op elkaar lijken dan wij eigenlijk dachten.

N. Die een droom heeft om een boek te schrijven daarom haar fanatasie de vrije loop laat via haar blog. N. die houdt van lezen en zelfs haar eigen bibliotheekje heeft ingericht om daar heerlijk weg te dromen bij een mooi/spannend/goed boek.

Wij lijken stiekem veel op elkaar N. en ik. Ik die al verhalen schreef op de pc toen die nog geen word had maar alleen word perfect. Ik die op een saaie zondag middag aan tafel zat bij opa en oma en daar een notitie blok onderschreef met de verhalen die in mij opkwamen. Ik die in groep 8 een toneelstuk schreef. ( welke uitgevoerd zou zijn wanneer ik niet zo een controle freak zou zijn geweest) Ik die wegdroom bij een spannend boek, ik die mijn fantasie op die momenten vrij laat rond zwerven.


N. bedankt voor het idee, mijn vraag aan jou mag ik met je mee schrijven?